Neurologische aandoeningen*

Anna, een 2-jarig meisje, bezoekt met haar vader de huisarts. Anna raakt regelmatig weg, meestal na een ruzie met haar drie jaar oudere zus. Tijdens de ruzie schreeuwt Anna, daarna begint ze hard te huilen. Enkele seconden daarna stopt het huilen en raakt Anna weg. Bij de wegraking is ze rood en later paars, en zijn er kortdurend schokjes in de armen en benen. Kort erna is ze weer helder en zijn er geen restverschijnselen. Wat is bij Anna de meest waarschijnlijke diagnose?

Op de spoedeisende hulp komt Emma, een 12-jarig meisje dat drie keer een epileptisch insult heeft gehad zonder herstel van bewustzijn. Er is sprake van een status epilepticus. Wat is, na het stabiliseren van de vitale functies volgens ABCDE, de eerstekeus behandeling?

Op de spoedeisende hulp zie je een 7-jarig meisje met koorts, braken en nekstijfheid. Je denkt aan een meningitis. Wat is bij dit meisje de meest waarschijnlijke verwekker?

Op de spoedeisende hulp zie je een 3-jarige jongen, Pim, met hoge koorts, lethargie en nekstijfheid. Bij het lichamelijk onderzoek zie je aan de benen het volgende:

Welke bewering is juist?

Wat is bij een (verdenking op) meningitis de belangrijkste stap in de diagnostiek?

Je hebt op de spoedeisende hulp de 2 weken oude Eline gezien, bij wie je denkt aan een bacteriële meningitis. Ze heeft sinds twee dagen hoge koorts en er zijn petechiën verspreid over het hele lichaam. Je hebt een lumbaalpunctie uitgevoerd, maar hier is nog geen uitslag van. Wat is nu het aangewezen beleid?

Bij de 2 weken oude Eline ben je gestart met amoxicilline/cefotaxim in verband met (een verdenking op) een bacteriële meningokokkenmeningitis. Haar ouders vragen zich af of zij en haar 3-jarige broertje ook een behandeling moeten krijgen. Wat kun je hierop antwoorden?

Wanneer kinderen (langdurig) koorts hebben, kan er een koortsconvulsie ontstaan. Wat is geen kenmerk van een typische koortsconvulsie?

Op de spoedeisende hulp presenteert zich de 4 maanden oude Joris. Volgens zijn ouders heeft hij drie uur geleden symmetrische schokkende bewegingen vertoond gedurende 8 minuten. Daarnaast was er een blauwverkleuring rondom de mond. Hij heeft sinds twee dagen koorts, waarbij de lichaamstemperatuur drie keer boven de 39 graden kwam. Verder heeft hij een blanco voorgeschiedenis. Waar is meest waarschijnlijk sprake van?

Op de spoedeisende hulp komt de 2-jarige Timo na een gegeneraliseerd insult en koorts. Na drie minuten was Timo weer bij bewustzijn en klachtenvrij. Er zijn geen postictale uitvalsverschijnselen. Je denkt dat Timo een typische koortsconvulsie heeft gehad. Wat is nu het aangewezen farmaceutische beleid?

Op de spoedeisende hulp zie je Mik, een jongen van 4 maanden oud, die tijdens het verzorgen van de commode is gevallen, op de tegelvloer. Zijn moeder vertelt dat hij op zijn hoofd is gevallen. Occipitaal is er een hematoom zichtbaar. Wil je op dit moment een CT-scan aanvragen als aanvullende diagnostiek?

Op de spoedeisende hulp zie je Mara, een meisje van 1,5 maand oud. Haar moeder vertelt dat Mara is gevallen in de box, nadat moeder haar oppakte. Ze is van ongeveer een halve meter hoog in de box gevallen. Nadien had Mara geen neurologische afwijkingen. Op de spoedeisende hulp constateer je een volle fontanel. Wat is het aangewezen beleid?

Op de spoedeisende hulp zie je de 4-jarige Timo. Hij lag volgens zijn moeder te slapen op de bank en is tijdens het omdraaien op de grond gevallen. Hij is op zijn hoofd terecht gekomen. De hoogte waarvan Timo is gevallen is 30-40 cm. Op de grond ligt vloerbedekking. Nadien was Timo goed alert, heeft hij niet hoeven braken en is hij niet misselijk geweest. Op de spoedeisende hulp zie je een vrolijke maar verlegen jongen die aangeeft moe te zijn. De vitale parameters zijn normaal en bij het lichamelijk onderzoek zie je geen afwijkingen. Wat is nu het aangewezen beleid? 

Op de spoedeisende hulp zie je de 3-jarige Caro. Tijdens het spelen op de bank is ze op de grond gevallen. Het is niet duidelijk of ze op het hoofd terecht is gekomen. Naderhand heeft ze eenmalig moeten braken. Ze heeft geen focale neurologische afwijkingen gehad. Bij het lichamelijk onderzoek zie je eveneens geen afwijkingen. Caro is op de spoedeisende hulp vrolijk met de blokken aan het spelen. Wat is het aangewezen beleid?

Op de spoedeisende hulp zie je de 11-maanden oude Lina met haar vader. Ze is de vorige dag van de bank gevallen tijdens het verzorgen. Waarschijnlijk is ze op haar hoofd terecht gekomen. Beide ouders waren hierbij aanwezig. Lina heeft daarna enkele uren gehuild, maar was na het slapen weer alert. Haar ouders hebben gisteren geen gedragsveranderingen bemerkt bij Lina. Omdat ze vannacht langer heeft geslapen dan normaal, besloten de ouders haar toch te laten nakijken door de huisarts. De huisarts denkt onder andere aan kindermishandeling. Welk gegeven uit de casus pleit vóór kindermishandeling?

Op de afdeling kindergeneeskunde ligt de 5-jarige Fenna ter observatie na een trauma capitis. De CT-schedel/hersenen toonde geen afwijkingen en de neurocontroles gedurende de opname waren normaal. Ze mag met ontslag naar huis. Welk advies kun je aan Fenna en ouders meegeven? 

Op het poliklinisch spreekuur zie je kindje Ida, dat je van top tot teen nakijkt. Bij het neurologisch onderzoek strijk je over haar voetzool en zie je dat ze haar grote teen in hyperextensie beweegt. Hoe kun je dit interpreteren?

Op het poliklinisch spreekuur zie je kindje Ida, dat je van top tot teen nakijkt. Bij het neurologisch onderzoek strijk je over haar voetzool en zie je dat ze haar grote teen in hyperextensie beweegt. Hoe kun je dit interpreteren?

Op de spoedeisende hulp zie je de 7-jarige Tim, die vanochtend een collaps heeft doorgemaakt nadat hij zich licht in het hoofd voelde en sterretjes zag. Vooraf had hij gedoucht. Het onderscheid tussen epileptische en niet-epileptische bewustzijnsstoornissen is soms lastig te maken. Wat is in principe geen factor die pleit voor een epileptische aanval?

Op de polikliniek kindergeneeskunde zie je de 13-jarige Laura, die op school vaak plots kortdurend in slaap valt en vervolgens weer zonder restverschijnselen bijkomt. Bewustzijnsstoornissen kunnen gerelateerd zijn aan het slaap-waakritme. Over deze soorten bewustzijnsstoornissen worden de volgende twee stellingen gedaan:

1. Een inslaapmyoklonie is een fysiologisch verschijnsel.
2. Narcolepsie berust waarschijnlijk op een genetische afwijking en is zeldzaam, zeker bij kinderen.

Welke van bovenstaande stellingen is/zijn juist?

Op de spoedeisende hulp zie je Evelien, een meisje van 6 jaar met sinds 3 minuten een tonisch-klonisch insult en een laterale tongbeet. Wanneer wordt er bij een kind gesproken van een status epilepticus?