Acute pancreatitis

Acute pancreatitis

  • 80% van acute pancreatitis komt door galstenen of alcohol
  • Galstenen (45%) kunnen acute pancreatitis veroorzaken op 2 manieren:
    • Reflux gal vanuit ductus choledochus naar ductus pancreaticus
    • Obstructie ductus pancreaticus (en daardoor terugstromen pancreatisch vocht en autodigestie)
  • Alcohol (35%)
    • Acute pancreatitis meestal na binge drinking
    • 10% van zware drinkers ontwikkelt acute pancreatitis
    • Acute pancreatitisaanval door alcohol kan onderliggend chronische hebben
    • Daarnaast kan ook microlithiasis (< 3 mm) en biliair debris acute pancreatitis geven
    • Andere oorzaken (totaal 10%):
    • Hypertriglyceridemie (> 1 g/dL)
    • Hyperparathyreoïdie/hypercapnie
    • Medicatie (asparaginase, aza, 6-MP, dapson, simvastatine)
    • Infecties (TBC, mycobacterium, CMV, Coxsackie, ascariasis)
    • Vasculair (polyarteritis nodosa, SLE, ischemische schade pancreas)
    • Anatomisch: pancreas divisum
    • Sfincter van Oddi disfunctie
    • Gendefecten: CF, hereditaire pancreatitis (bijv.. tekort aan serine protease inhibitors)
    • Post-ERCP
    • Auto-immuunpancreatitis, vaak bij Sjögren, auto-immuun thyreoïditis en scleroserende cholangitis
    • Pancreascarcinoom
  • Idiopathisch (10%)
  • Activatie pancreatische proenzymen binnenin de acinaire cellen, waardoor autodigestie
  • Falen van trypsineremming (e.g. SPINK1 disfunctie)
  • Microcirculatoir letsel en schade aan vasculair endotheel activeert inflammatie
  • 95% presenteert met buikpijn in epigastrio of rechterbovenkwadrant die vaak uitstraalt naar rug
  • Mogelijk ergere pijn na eten
  • 90% heeft misselijkheid en braken
  • Koorts en rillingen mogelijk, maar niet noodzakelijk
  • Mogelijk anorexie en verminderde eetlust
  • Veel voorkomend: tachycardie, koorts, epigastrische of RBK-tederheid, défense, verminderde peristaltiek, tachypnoe, palpabele massa (mogelijk indicatief voor pseudocyste), ecchymosen in peri-umbilicale regio of flanken (indicatie van pancreasnecrose die via l. falciforme en retroperitoneum doorloopt)
  • Gastritis/gastropathie
  • Intestinale perforatie
  • Acute cholecystitis
  • Mesenterische ischemie
  • Dunnedarmobstructie
  • Ruptuur abdominaal aorta-aneurysma
  • Acute hepatitis
  • 80% is mild en zelfbeperkend
  • 20% is ernstig en ondanks vroege resuscitatie gaat 50% door tot multi-orgaanfalen of pancreasnecrose (dus 10% van alle pt van acute pancreatitis)
    • Mortaliteit bij ernstig = 20%, meestal i.v.m. pancreasnecrose.
    • Vroege mortaliteit (< 1 week) komt vaak door multi-orgaanfalen (DIC)
    • Late mortaliteit (> 1 week) komt vaak door sepsis of andere infectieuze complicaties
  • Lokaal:
    • Pancreatisch: pseudocyste, ascites, fistula, vloeistofverzameling, abces, necrose (al of niet geïnfecteerd met bijv. E. coli)
    • Nonpancreatisch: ileus, galwegobstructie, gastric outlet obstructie, ulcus duodeni, v. lienalis trombose
  • Systemisch:
    • Hypotensie, tachycardie, shock
    • Pleurale effusie, pulmonair oedeem, ARDS
    • Verminderde urine output, acuut nierfalen
    • Vasculaire trombose, DIC
    • Metabole acidose, hyperglycemie, hypocalciemie
    • Sepsis, bacteremie of fungemie
  • Diagnose op basis van 2/3:
    • Serum amylase en lipase > 3 x Upper limit of normal (ULN)
    • Epigastrische abdominale pijn, vaak uitstralend naar rug
    • Typisch beeld CT of MRI
  • Lab:
    • Pancreasspecifiek: amylase/lipase > 3x ULN
      • Amylase stijgt eerder en blijft 3-5 dagen hoog, maar minder specifiek
      • Lipase is meer specifiek en blijft langer verhoogd
      • Mate van verhoging houdt geen verband met prognose
    • Rest: lever biochemisch
      • Galsteenpancreatitis: serum bilirubine en AF. Ook mogelijk ALAT (= sterk specifiek, maar asensitief voor galsteenpancreatitis)
    • Stijgt ASAT meer dan dat ALAT stijgt: pancreatitis door alcoholconsumptie (je hebt al genoeg AL-cohol gedronken, drink nu maar wat meer AppelSap)
    • Vaak leukocytose, echter, matig specifiek
  • Beeldvorming:
    • Buikfoto vaak normaal. Wel ter uitsluiting andere oorzaken buikpijn:
      • Ileus, colon cut-off sign, galstenen, pancreascalcificaties
    • Echo: galstenen, galwegdilatatie, ascites, afgenomen echogeniciteit pancreas. Matig sensitief i.v.m. darmgas voor pancreas.
    • CT met i.v. contrast: meestal niet nodig in eerste instantie, maar als geen verbetering: doe. Ook gebruiken voor:
      • Exclusie andere oorzaken
      • Beoordeling ernst
      • Beoordeling complicaties (e.g. pseudocyste of necroes)
      • Gidsing bij FNA of biopt voor beoordeling geïnfecteerde pancreasnecrose
      • Contra-indicaties: contrastallergie of nierinsufficiëntie
    • MRI/MRCP: duurder dan CT. Echter, gebruikt gadolinium en dus handig als pt allergisch voor contrast. Detectie van ductusstenen, ductusdilatatie, ductus pancreaticus disruptie, pancreascysten en neoplasieën, en pancreas divisum
    • ERCP: verdient de voorkeur als therapeutisch middel, i.p.v. diagnostisch. Kan gebruikt worden voor detectie en behandeling van:
      • Ductus-choledochus-stenen of microlithiasis in ductus (bijv. steen verwijderen)
      • Ductus-choledochus-strictuur (bijv. stent plaatsen)
      • Pancreas divisum (bijv. ampulla minor vergroten)
      • Ductus pancreaticus disruptie (bijv. stent plaatsen)
      • Sfincter van Oddi dysfunctie (bijv. door sfincter te vergroten)
  • Preventie: verminder alcoholconsumptie en roken, staak medicatie die de acute pancreatitis veroorzaakt
  • Conservatief en ondersteunend:
    • 80% van gevallen gaan vanzelf over met ondersteuning
    • Agressieve resuscitatie met Ringer’s lactaat of fysiologisch zout is hoeksteen
    • Niks per os geven in acute fase
    • Corrigeer elektrolytstoornissen
    • Geef pijnstilling en anti-emetica zo nodig
  • Voeding:
    • Start oraal dieet op dag 3 als patiënt is verbeterd en eetlust is hersteld
    • Heldere vloeistoffen en laag-vet dieet
    • Anders: parenteraal of enteraal voeden (enteraal is goedkoper en voorkomt intestinale atrofie, maar activeert wel pancreassecreties)
  • Antibiotica: niet standaard, maar wel als er persistente koorts of leukocytose is, bacteriemie, pseudocyste, infectie peripancreatisch vocht of pancreatisch necrose (ook als steriel)
  • Indien oorzaak galstenen of ductus-choledochusstenen:
    • ERCP om steen te verwijderen, maar alleen in hemodynamisch stabiele patiënt
    • Cholecystectomie (ter preventie vorming nieuwe galstenen)