Carotisstenose

Carotisstenose

Publicatiedatum: 28 december 2020
Auteur: Begum Sert, vierdejaars geneeskundestudent

Anatomie
De a. carotis communis sinistra ontspringt aan de linkerzijde direct vanuit de aortaboog en de a. carotis communis dextra ontspringt uit de truncus brachiocephalicus. De splitsing van de a. carotis interna en de a. carotis externa wordt de carotisbifurcatie genoemd. De meest voorkomende locatie van een stenose is gelegen ter hoogte van of juist boven de carotisbifurcatie, in de a. carotis interna.
 
Indeling
  • Milde stenose (0-29%)
  • Matig-ernstige stenose (30-69%)
  • Ernstige stenose (70-99%)

Een carotisstenose ontstaat ten gevolge van atherosclerose. 

Risicofactoren voor het ontwikkelen van atherosclerose en hart- en vaatziekten zijn:

  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Familiaire belasting
  • Hypertensie
  • Hypercholesterolemie
  • Hyperlipidemie
  • Diabetes mellitus
  • Roken
  • Alcoholgebruik

Symptomen
Asymptomatisch: geen voorgeschiedenis van neurologische symptomen.

Symptomatisch:

  • Amaurosis fugax
  • Hypesthesie of paresthesie van extremiteit of lichaamshelft
  • Paralyse hand, arm of been
  • Paralyse aangezichtsspieren (scheve mondhoek)
  • Spraakstoornissen, afasie
  • Hoofpijn
  • Verwardheid
  • Epileptiforme insulten
  • Wegrakingen
  • Bewusteloosheid

Lichamelijk onderzoek
Palpatie toont geen verschil aan tussen beide carotiden.
Auscultatie: bij stenose van > 50% zal een 
souffle hoorbaar zijn. 

MRI/CT brein (onderscheid bloeding vs. ischemisch infarct)
ECG (emboliebron: AF)
Duplex halsvaten: meest geschikte initiële vorm van diagnostiek.
MR-angiografie
CT-angiografie: nadeel is potentiële nefrotoxiciteit (i.v.m. nefrotoxisch contrastvloeistof) en stralingsbelasting

Niet medicamenteus

  • Stoppen met roken
  • Voldoende bewegen
  • Aanpassing voeding
  • Gewichtsreductie
  • Alcoholgebruik verminderen

Medicamenteus

  • Thrombocytenaggregatieremmer (acetylsalicylzuur, prasugrel, clopidogrel)
  • Antihypertensiva (bètablokker en/of ACE remmer) afhankelijk van onderliggend lijden
  • Cholesterolverlager (statine): afhankelijk van serum LDL en risicoprofiel

Invasieve behandeling
Invasieve behandelingsmogelijkheden:

  • Carotisendarteriëctomie (CEA): hierbij wordt de plaque verwijderd in combinatie met de intima
    • Het liefst binnen 2 weken na ontstaan klachten
    • Altijd met uitvoering van EEG (bloedvoorziening hersenen in de gaten houden).
    • Gebruik van patch voor sluiting carotis
  • Endovasculaire carotisstent: echter CEA superieur aan carotisstenting.
    • Overweeg bij patiënten met hoog risico op perioperatieve mortaliteit en morbiditeit
    • Nabehandeling gedurende 3 maanden met acetylsalicylzuur en clopidogrel

Indicaties:

  • Asymptomatische carotisstenose > 70% bij mannen < 75 jaar (perioperatief risico op beroerte of overlijden < 3%)
  • Carotisstenose > 70% + herseninfarct, TIA of renale ischemie in afgelopen 6 maanden
  • Carotisstenose 50-70 bij mannen + herseninfarct of TIA in afgelopen 12 weken

Postoperatieve aandachtspunten:

  • Ipsilaterale kloppende hoofdpijn, contralaterale uitval motoriek, bloeding of epileptisch insult (hyperperfusie-syndroom)
  • Pijn op de borst
  • Benauwdheid
  • Heesheid, onvermogen tot hoesten (n. recurrens laesie)
  • Slik- en articulatie stoornissen (n. hypogloccus laesie)

Follow-up

  • 2 weken (vaatpoli)
  • Duplex na 3 maanden, 6 maanden en 1 jaar