Scoliose

Scoliose

  • Abnormale curvatuur van wervelkolom in coronale vlak
  • Scoliose < 10o is posturele variatie. 10-20o is milde scoliose.
  • Onderscheid structurele scoliose van functionele scoliose
    • Structurele scoliose: scoliose door:
      • Afwijking wervels (idiopathisch) (80%)
      • Congenitale malformaties wervels (10%)
      • Fractuur door osteoporose, tuberculose of maligniteit
      • Dysmorfe syndromen, zoals neurofibromatose, Marfan of osteogenesis imperfecta
    • Functionele scoliose: scoliose secundair aan extraspinale oorzaken (kort ledemaat, paraspinale spiertonusasymmetrie). 15% van alle scoliose komt door neuromusculaire problemen.
  • Meestal is de scoliose (rotatie) naar rechts toe (en dus gibbus rechts), behalve bij infantiele scoliose (< 3 jaar), waarbij vaak linkszijdige curve.
  • Terminologie: een rechtszijdige thoracale scoliose is rechtsconvex
  • Definities:
    • Infantiele scoliose (<3): vaker in jongens, self-resolving
    • Juveniele scoliose (3-10): vaker in meisjes, hoge kans op progressie
    • Adolescente idiopathische scoliose (AIS) (>10): kan beginnen bij puberteit of duidelijk worden bij groeispurt. Vrouwen hebben hoger risico. Algemeen conservatief behandelen (boston brace).
    • Volwassen scoliose

Epidemiologie

  • Algemeen: V:M = 9:1
  • Op vroege kinderleeftijd is 60% jongen.
  • Adolescente vorm is 90% meisjes.

Meest voorkomend: idiopathische adolescente scoliose, met een prevalentie van 2-3%

Risicofactoren

  • Wervelkolomschade, door trauma of congenitaal (structureel).
  • Functioneel kan komen door beenlengteverschil of neuromusculaire problemen.
  • 80% scoliose is idiopathisch
  • Symptomen
    • Meestal pijnloos, behalve bij ernstige deformiteit
    • Scoliose vaak ontdekt bij routine screening
    • Unilevel schouders, midden-asymmetrisch of ribprominentie
    • Vaak positieve familieanamnese
  • Tekenen
    • Inspectie
      • Baseline postuur
      • Kijk van rug naar patiënt
      • Vinger bewegen langs processi spinosi
      • Protrusie scapula op convexe zijde
      • Protrusie heup concave zijde
    • Adam’s buigtest. Structurele scoliose wordt erger bij flexie heup, functionele niet.
    • Naar lateraal laten buigen, zie asymmetrie
    • Zie of de scoliose opgeheven kan worden met een voetverhoging
    • Scoliometer gebruiken
  • Hoek van Cobb, met gebruik maken van meest gebogen wervels boven en onder de apex. Vanaf 10o spreken we van scoliose. 

  • Observatie, orthese versus operatie
  • Infantiele idiopathische scoliose (IIS): 90% spontaan herstel, slechtere prognose dubbele curves. Als verergering, thoracolumbosacrale orthese
  • Juveniele idiopathische scoliose (JIS): ernstiger dan AIS, 70% progressiekans. Gebruik orthese.
  • Adolescente idiopathische scoliose (AIS): kleine curves in volwassenere patiënten hebben progressiekans 2%, grotere curven in immature patiënten 70%
    • Bracing: alleen effectiefi n patiënten die nog groeien. Rigide bracing > elastische. Draag braces tot 23 uur per dag (minstens 18).
    • Oefening
    • Chirurgie: 1 op 6 patiënten heeft behandeling nodig, waarvan 25% chirurgie ondergaat. Chirurgie aanbevolen bij adolescenten met hoek van Cobb > 45o. Gebruik een groeistaaf, en vervang deze via spondylodyse als skelet matuur is.
  • Volwassen idiopathische scoliose: vooral chirurgisch ingrijpen bij ernstige deformiteit (spondylodese) en groei (bijv. 1o per jaar), maar minder noodzakelijk als rigide.